Bewegingstherapie bij depressieklachten, scriptie
Bewegingstherapie bij depressieklachten
Auteur
Quirine van der Weide, Eindexamenopdracht afdeling Fysiotherapie Hogeschool Utrecht,Mei 2006
Achtergrond
Bewegingstherapie bij depressieklachten is steeds meer in opkomst. Sinds de jaren ’70 is er veel onderzoek naar de effectiviteit van bewegingstherapie gedaan.
Doelstelling
Op basis van literatuurstudie een aanbeveling te geven over de meest effectieve vorm, intensiteit, duur & frequentie van bewegingstherapie ter vermindering van depressieklachten bij patiënten met deze klachten.
Methode
Literatuur is gezocht op databanken van Medline Ebsco, Pubmed, Sportdiscus, Pedro en Picarta, met de zoektermen: depression, exercise, therapy, physical endurance, questionnaires, running en physical activity.
Conclusie
Uit drie systematische reviews (Brosse et al. (2002), Lawlor et al. (2001) en Dunn et al. (2001)) blijkt dat bewegingstherapie bij depressieklachten, gemeten op de HRSD, BDI of CES-D, een afname van depressiesymptomen geeft ten opzichte van niet behandelen. Bewegingstherapie geeft eenzelfde symptoomafname als medicatie en cognitieve gedragstherapie. De bewegingstherapie bestond uit zowel duur- als krachttraining. RCT’s van Singh et al. (2001) en Penninx et al. (2002) laten zien dat zowel kracht- als duurtraining depressieklachten significant verminderen. Het is aannemelijk dat training met een frequentie van 3 keer per week, op een verbrandingsintensiteit van 17,5 kcal per kilo lichaamsgewicht per week, gedurende 45-60 minuten per keer de voornaamste trainingsparameters zijn.
Aanbeveling
Nader onderzoek op A-niveau van evidentie is noodzakelijk.
Bron
HBO-Kennisbank