CTO, cervicothoracale overgang

Uit Wikifysio
Ga naar: navigatie, zoeken

CTO (CervicoThoracale Overgang ) = het gebied dat de overgang maakt tussen het onderste deel van de nek en bovenste deel van de borstwervelkolom.


Inleiding

De CTO is van de gehele wervelkolom het minst beschreven deel. En volkomen onterecht, want in de fysiotherapeutische,oefentherapeutische (César en Mensendieck) en manueeltherapeutische praktijk is het een zeer belangrijk gebied waar vele afwijkingen en klachten van het bewegingsapparaat z’n oorsprong vinden.

Over welk gebied hebben we het?

De CTO is letterlijk en in de anatomie (= kennis van de bouw van het menselijk lichaam) het gebied van C7 (7° ofwel onderste halswervel) en TH.1 ( ofwel de 1° borstwervel). Functioneel echter verstaan we onder de CTO het gebied van C6 tot en met Th. 4.

Waarom is dit gebied zo belangrijk?

  • Overgang van beweeglijke halswervelkolom naar weinig beweeglijke borstwervelkolom en borstkas (thorax)
  • Overgang van holle halswervelkolom (lordose) naar bolle borstwervelkolom (kyfose)
  • Belangrijke aanhechtingsplaats van spieren en banden ([[ligamenten])
  • Het gebied is een belangrijke verzamelplaats van bloedvaten,zenuwen,lymfevaten.
  • Binnen het ruggenmerg is dit de oorsprongsplaats van de zenuwen van het onwillekeurige (orthosympatische ) zenuwstelsel van het hoofd en enkele belangrijke inwendige organen
  • In overgangsgebieden komen nogal eens ontwikkelingsstoornissen voor van skelet en weke delen. In de CTO komt dit relatief vaak voor.

Afwijking van de CTO

Anteropositie van het hoofd. Het betreft een houdingsafwijking van de CTO waarbij het hoofd naar voren staat t.o.v. de romp . Kenmerken van deze aandoening:

  • Zwaartelijn van het hoofd valt vóór de zwaartelijn van de romp
  • De kyfose (ronding) van het bovenste deel van de borstwervelkolom is versterkt (kyfosering) en de halswervelkolom is holler(lordosering)

Afwijking komt voornamelijk voor bij vrouwen Onderzoek toont aan dat de afwijking gepaard gaat met artrose van de gewrichten van zowel de hoog-thoracale regio als van de laag cervicale regio De afwijking gaat tevens gepaard met functiestoornissen van de laag cervicale en hoog thoracale wervelgewrichten Vaak is er een verhoogde spanning van de spieren die van de schoudertop naar de nek en achterhoofd lopen De huid van de CTO is bij aanwezigheid van deze afwijking vaak slecht oppakbaar en erg gevoelig Zelden zijn er stoornissen van zenuwstructuren en disci (tussenwervelschijven).

DSC00042.jpg

Foto 1: lichte anteropositie


DSC00044.jpg

Foto 2 sterke anteropositie


De foto’s tonen duidelijk de versterkte kyfose en lordose en ook dat de zwaartelijn van het hoofd vóór de zwaartelijn van de romp ligt.

Wat kan de oorzaak zijn van deze zeer vaak voorkomende afwijking?

  • De allerbelangrijkste oorzaak ligt in de genen. Als je ouders het hebben ,dan is de kans groot dat hun kinderen het ook krijgen.
  • Een belangrijke oorzaak is gelegen in de periode van de zwangerschap. Vandaar ook dat de afwijking meer bij vrouwen voorkomt dan bij mannen. Tijdens de zwangerschap neemt de rekbaarheid ( laxiteit ) onder invloed van hormonale veranderingen ( relaxine) toe. Waarschijnlijk speelt dit mede een rol. Wel heeft onderzoek aangetoond dat tijdens de zwangerschap de zwaartelijn van de romp naar vóór gaat naarmate de omvang van de buik toeneemt, maar ook dat de zwaartelijn van het hoofd die van de romp volgt. Het hoofd komt daardoor in een antero- (=vóór)positie te staan t.o.v. de borstwervels. De ooglijn blijf daarbij nagenoeg altijd horizontaal staan. Dit kan alleen als er een flexietoename van de CTO optreedt samen met een hyperlordose van de nek. Verwacht zou worden dat als de bevalling achter de rug is en de zwaartelijn van de romp weer naar achter is gegaan, dat dan de zwaartelijn van het hoofd óók terug zou gaan, maar dit is slechts ten dele waar. Het hoofd blijft in een anteropositie staan. Gevolg is een veranderde belasting van zowel de gewrichten van de nek als van de CTO. Dit op haar beurt heeft weer gevolgen voor het ontstaan van artrose, afname van de beweeglijkheid, verbindweefseling van huid en onderhuid, toename van de spanning in de omliggende spieren en mogelijke pijnklachten en stijf gevoel in de regio van de CTO.
  • Gewichtstoename.
  • Zware borsten.
  • Houdingsverandering a.g.v. langdurige arbeidsbeïnvloeding ( b.v. computerwerk).

Wat kun je doen om de klachten te voorkomen ?

  • Actieve leefstijl/sport gedurende het gehele leven
  • Aandacht voor een goede houding ,vooral tijdens de jonge jaren en tijdens de zwangerschap. Ook in de zwangerschapsbegeleiding behoort hiervoor voldoende belangstelling te bestaan, zowel tijdens als na de zwangerschap.
  • Voorkomen van overgewicht
  • Bij zware borsten zorgen voor voldoende ondersteuning.

Wat kun je doen als de anteropositie reeds aanwezig is?

Als er structurele veranderingen zijn , dan zijn deze niet (volledig ) te herstellen. Wel kun je de houding dermate herstellen dat de klachten verminderen of verdwijnen. Dit is mogelijk door specifieke oefeningen uit te voeren( zie oefenschema CTO ). Beweeg! Het is niet echt nodig om te sporten,maar een goede gezonde leefstijl is de beste remedie! Wissel eenzijdige belastende arbeid af met andere houdingen en bewegingen. Oefentherapie onder begeleiding van een Mensendiecktherapeut, Césartherapeut of fysiotherapeut kan in vrij korte tijd al een hele verbetering geven. Meestal is het nodig dat een manueeltherapeut of fysiotherapeut de beweeglijkheid eerst herstelt wil de oefentherapie het gewenste effect krijgen. Specifieke vormen van massage kan de soepelheid van de huid en onderhuids bindweefsel herstellen. Massage alléén echter kan heerlijk aanvoelen, maar zal de houding en daarmee de klachten niet herstellen!

Zie ook: