KANS preventie, factsheet

Uit Wikifysio
Versie door Wsillen (Overleg | bijdragen) op 1 feb 2011 om 21:12 (De kans op KANS lijkt af te nemen door trainingen)

Ga naar: navigatie, zoeken

Werkomgeving setting voor maatregelen ter preventie van, CANS, KANS

Er zijn vele maatregelen ter preventie van KANS die toegepast kunnen worden in de werkomgeving, zowel bij personen met als zonder KANS. Er kan onderscheid worden gemaakt in ergonomische interventies die bestaan uit het terugdringen van fysieke belasting op het werk, interventies die gericht zijn op het verhogen van de fysieke belastbaarheid van de werknemer en interventies waarbij persoonsgebonden of psychosociale factoren van de werknemer worden aangepakt zoals gedrag, ervaren werkdruk en de omgang met klachten.

Ergonomische interventies gericht op verminderen van blootstelling aan spieractiviteit

Ergonomische interventies zijn gericht op het verminderen van de blootstelling aan spieractiviteit (repeterende bewegingen en krachtuitoefening) en kunnen bestaan uit:

  • aanpassingen aan toetsenbord of muis;
  • het gebruik van een documenthouder;
  • het gebruik van een in hoogte verstelbare bureaustoel met armleuningen;
  • aanpassingen aan werkgereedschap of aan de lopende band in een productiebedrijf;
  • aanpassingen van de werk-rusttijden door het gebruik van pauzesoftware, veranderingen in het werk-rustschema, taakroulatie of regels met betrekking tot pauzes;
  • arbo-voorlichting over vermijdbare risico’s op het werk (zie ook: Veiligheid op het werk).

Belastbaarheidverhogende training zowel voor mensen met als zonder KANS

Fysieke belastbaarheidverhogende training kan ingezet worden voor zowel mensen zonder klachten aan arm, nek en schouder als mensen met (beginnende) klachten. De training kan bestaan uit specifieke oefeningen ter verbetering van de spierkracht, het spieruithoudingsvermogen van de nek- en schouderspieren of de lichamelijke activiteit in het algemeen. Op de werkplek kunnen bedrijfsfitness- of bedrijfsbeweegprogramma’s aangeboden worden.


Verschillende interventiemogelijkheden met betrekking tot psychosociale factoren

Interventies die betrekking hebben op persoonsgebonden of psychosociale factoren zijn gericht op het verminderen van aspecten als werkdruk en ervaren stress. Voorbeelden van multidisciplinaire interventies waarbij verschillende disciplines betrokken zijn zoals paramedici, psychologen, arbeids- en organisatiedeskundigen en ergonomen, zijn:

  • voorlichting, zowel op individueel niveau als op groepsniveau (afdeling van een bedrijf);
  • cognitieve training of gedragtherapie door een psycholoog met aandacht voor probleemoplossend vermogen, bewegingsangst en persoonlijkheidsfactoren;
  • Electromyografie (EMG)-biofeedback. Bij deze methode wordt spierspanning gemeten door elektrodes op de huid te plaatsen. Dit kan bijdragen aan bewustwording met betrekking tot spierspanning en zou moeten leiden tot minder (onnodige) spieractiviteit en ontspanning.
  • Participatieve ergonomie, werknemers en werkgevers nemen deel aan het proces van werkplekaanpassingen en denken hierover mee, onder begeleiding van een ergonoom.

Preventie van KANS buiten de werkplek vooral gericht op verminderen van klachten

Preventie van KANS buiten de werkplek heeft vooral betrekking op preventie van chroniciteit of progressie van de klachten. Veel patiënten met KANS komen terecht bij een eerstelijnszorgverlener zoals een huisarts, fysiotherapeut of manueel therapeut. De behandeling richt zich vaak op pijnvermindering, het soepeler maken van stijve spieren en gewrichten (door middel van medicatie, massage of manipulatie, ook wel 'kraken' genoemd), het verhogen van de fysieke belastbaarheid of verandering van de houding bijvoorbeeld door fysiotherapie.

Overzicht beschikbaar van beweegprogramma's gericht op nekklachten

In het kader van het 'Decennium van het Bewegingsapparaat 2000-2010' is per provincie een overzicht gemaakt van Nederlandse beweegprogramma's gericht op patiënten met nekklachten. Er zijn in de periode 2004-2005 36 beweegprogramma's aangeboden gericht op patiënten met nekklachten, behalve in Friesland en Zeeland. In Gelderland en Noord-Brabant is de hoogste dichtheid waargenomen namelijk zeven beweegprogramma's (Westendorp et al., 2005). Bereik


Inrichting van de werkplek en voorlichting meest voorkomende maatregelen

In 2005 is onderzoek gedaan naar het vóórkomen van RSI-maatregelen bij 10.000 Nederlandse werknemers (Heinrich et al., 2005). Dit onderzoek is gedaan met behulp van de gegevens afkomstig van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA). Hieruit blijkt dat de maatregelen 'inrichting van de werkplek' en 'voorlichting' het meest zijn toegepast (respectievelijk 35% en 24%) en de maatregelen 'aanpassing van werk- of pauzetijden' en 'veranderen van takenpakket' slechts beperkt zijn toegepast (respectievelijk 8% en 3%). Maatregelen worden in grote bedrijven vaker toegepast dan in kleine bedrijven en vaker bij kantoorwerkers dan bij werknemers in andere beroepen. De behoefte aan maatregelen is groter gebleken onder werknemers met KANS dan onder werknemers die geen klachten hebben.


Aantal werkgevers dat beweegprogramma’s aan werknemers aanbiedt is onbekend

Hoeveel werkgevers fysieke training aanbieden aan werknemers is niet bekend. Wel bestaat er een toenemende trend om in grote bedrijven bedrijfsfitness tegen een gunstig tarief aan te bieden of om korting te geven op een sportabonnement. Effectiviteit


Weinig onderzoek naar effectiviteit van preventieve maatregelen KANS

Er is nog weinig onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van maatregelen ter preventie van KANS of naar behandelingen en reïntegratiemaatregelen voor werknemers met KANS. In het algemeen kan gesteld worden dat preventieve interventies het meest effectief kunnen zijn voor een doelgroep die een hoog risico heeft op het ontwikkelen van KANS, zoals beeldschermwerkers (Staal et al., 2007).

Ergonomische aanpassingen leveren beperkte bijdrage aan preventie van KANS

Ergonomische aanpassingen zoals een joystick-muis, een gesplitst toetsenbord of armondersteuning leveren een beperkte bijdrage aan de preventie van KANS. Deze maatregelen beogen de blootstelling aan spieractiviteit te verminderen (Blatter et al., 2004). Recente reviews geven geen uitsluitsel omtrent de effectiviteit van ergonomische aanpassingen zoals armondersteuning, alternatieve muizen en toetsenborden (Boocock et al., 2007; Brewer et al., 2006). Er is wel beperkt bewijs dat het gebruik van een alternatief toetsenbord of muis bij beeldschermwerk bij kan dragen aan het herstel van KANS of aan reïntegratie bij arbeidsongeschiktheid. Het is echter nog niet precies bekend welk soort toetsenbord hiervoor het meest geschikt is (Blatter et al., 2004; Boocock et al., 2007). Er is ook beperkt bewijs gevonden dat metseltafels bijdragen aan de preventie van KANS onder metselaars (Blatter et al., 2004). De effectiviteit van aanpassing van de werk-rusttijden ter preventie van KANS is nog niet bewezen (Blatter et al., 2004; Brewer et al., 2006).


De kans op KANS lijkt af te nemen door trainingen

Ergonomische vaardigheidstraining lijkt de kans op het optreden van KANS te doen afnemen. Er is beperkt bewijs gevonden voor de volgende interventies: cognitieve training in de preventie van KANS, cognitieve training in combinatie met relaxatietraining in het herstel van KANS en electromyografie (EMG)-biofeedback (training in de bewustwording van de spierspanning) in de preventie of herstel van KANS. Participatieve ergonomie (werknemers en werkgevers nemen beide deel aan het proces van werkplekaanpassingen) lijkt wel effectief te zijn in de preventie van KANS. In een recent verschenen onderzoek is de effectiviteit aangetoond van een werkstijlinterventie voor het herstel van nek- en schouderklachten. Deze interventie is gericht op houding, ergonomie, het nemen van pauzes en het omgaan met werkdruk (Bernaards et al., 2007). Er is beperkt en tegenstrijdig bewijs gevonden voor de bijdrage van bedrijfsbeweegprogramma’s ter preventie of het herstel van KANS (Gezondheidsraad, 2003; Blatter et al., 2004; Boocock et al., 2007; Linton & Tulder, 2001; Proper et al., 2003). Beperkt en tegenstrijdig bewijs is ook gevonden voor de effectiviteit van fysiotherapie, manuele therapie en massage. Ten slotte is er is tegenstrijdig bewijs gevonden voor de effectiviteit van een multidisciplinair reïntegratieprogramma dat zich richt op werkverzuim (Blatter et al., 2004; Boocock et al., 2007).

Zie ook


Link

  • Oefenen met de muis[1]
  • RSI voorkomen Computermuis.com[2]
  • Backshop[3]
  • Ergoshop[4]

Fysieke klachten?

Fysiothrapeut.JPG Raadpleeg uw fysiotherapeut, specialist in beweging [5]

Kine.be.JPG Voor België [6]