Lange termijn effect van looptraining bij claudicatio intermittens, scriptie
Het lange termijn effect van gesuperviseerde looptraining bij Claudicatio Intermittens
==Auteurs
- G. Hulsegge
- B. Hossainian
Eindexamenopdracht afdeling Fysiotherapie Hogeschool Utrecht Mesos Medisch Centrum, te Utrecht 13 juni 2008
Inhoud
Samenvatting
Achtergrond
Claudicatio Intermittens wordt veelal veroorzaakt door atherosclerose en kan als pijn of een onaangenaam gevoel in de benen optreden. Er is bewijs dat gesuperviseerde looptraining op korte termijn effectief is om de loopafstand bij patiënten met Claudicatio Intermittens te vergroten.
Doel
Het doel van deze studie is te onderzoeken of een gesuperviseerd looptrainingsprogramma op lange termijn (drie tot acht jaar) effectief is bij patiënten met Claudicatio Intermittens.
Methode
Tussen 2000 en 2005 zijn 277 patiënten behandeld in het Mesos Medisch Centrum met een looptrainingsprotocol, voor maximaal 18 weken, onder supervisie van een fysiotherapeut. Vierentachtig patiënten werden geïncludeerd, hiervan zijn 36 patiënten in de follow-up onderzocht op een elektrische loopband.
Resultaten
De gemiddelde leeftijd bedroeg 66,7 jaar (SD 8,74 range 46-85 jaar), 12 patiënten rookten en 24 patiënten rookten niet of niet meer, 25 mannen en 11 vrouwen namen deel aan dit onderzoek. De pijnvrije loopafstand verbeterde statistisch significant tussen baseline en posttherapie met 254% (P < 0,0001), tussen posttherapie en follow-up is geen statistisch significant verschil (P = 0,750). De maximale loopafstand verbeterde statistisch significant tussen baseline en posttherapie met 71% (P < 0,001), tussen posttherapie en follow-up is geen statistisch significant verschil (P = 0,726). Snelheid verbeterde statistisch significant tussen baseline en posttherapie met 128% (P < 0,0001). Geen statistisch significant verschil is er tussen patiënten die roken en niet roken (P > 0,05). De patiënten die de looptraining (gedeeltelijk) voortzetten hebben een statistisch significant betere pijnvrije loopafstand dan de patiënten die niet meer trainen (P = 0,032). De trainingstoestand van de patiënt tijdens de follow-up heeft geen statistisch significante invloed op de maximale loopafstand (P > 0,05).
Conclusie
Het lijkt erop dat gesuperviseerde looptraining op lange termijn effectief is, gezien de behouden verbeteringen in de pijnvrije, maximale loopafstand en snelheid die behaald zijn tussen baseline en posttherapie. In dit onderzoek hebben patiënten die blijven trainen hun pijnvrije loopafstand beter behouden dan patiënten die niet meer trainen. Geen verschil is er gevonden tussen rokers en niet-rokers op het verbeteren van de pijnvrije, maximale loopafstand en snelheid tijdens de meetmomenten.