NDT concept

Uit Wikifysio
Versie door Wsillen (Overleg | bijdragen) op 14 mrt 2013 om 12:40 (Link)

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Inleiding:

Het NDT concept, dat door het echtpaar Bobath werd omschreven, geeft richtlijnen aan therapeuten en verpleegkundigen om de motorische gevolgen na een hersenaandoening positief te beïnvloeden Als een van de eersten toonden de Bobath's aan dat de veranderingen in de spierspanning te beïnvloeden zijn. Het concept kan gehanteerd worden bij hersenaandoeningen bij babies, kinderen en volwassenen. In deze tekst zal alleen ingegaan worden op de toepassing van het NDT-concept bij volwassenen. Via onze NDT-pagina vindt nog u meer informatie over het NDT-concept.


Wat is een CVA?

Bij het CVA kunnen we twee soorten onderscheiden: een herseninfarkt en een hersenbloeding. Een herseninfarkt houdt in dat er een bloedvat verstopt is in (de buurt van) de hersenen. Een hersenbloeding houdt in dat een bloedvat kapot is gegaan. In beide gevallen krijgen de hersenen te weinig bloed waardoor er een hersenbeschadiging ontstaat. Een beschadiging van de linker hersenhelft geeft meestal een verlamming aan de rechterkant en vaak ook stoornissen in het gebruik van taal (praten, schrijven). Deze mensen zijn na het CVA vaker voorzichtig en afwachtend. Een beschadiging aan de rechter hersenhelft kan leiden tot een verlamming aan de linkerkant van het lichaam en soms ook tot stoornissen in het waarnemen en in het oplossen van problemen.


Hoe functioneren onze hersenen?

Onze gezonde hersenen zorgen ervoor dat we normaal kunnen bewegen, denken, met elkaar praten en emoties hebben. Hersenen hebben gespecialiseerde gebieden. Ons bewegen, ons praten, ons gevoel, het geheugen, de aandacht, plannen maken, waarnemen: ze hebben ieder ergens een speciale plaats in de hersenen. Er is dus sprake van specialisatie in de hersenen. Daarnaast moeten we ook vaststellen dat er veel samenhang en samenwerking is in de hersenen; vele gebieden hebben een sterke band met andere plaatsen in de hersenen. Na een CVA krijgen we een beschadiging op de plek van het letsel (een gespecialiseerd gebied) en dus uitval van de eigenschappen die op die plaats zetten. Maar omdat hersenen ook sterk met elkaar verbonden zijn heeft dit plaatselijke letsel vaak ook gevolgen voor het totale functioneren.

Onze gezonde hersenen stellen ons in staat om te onthouden wat we dagelijks meemaken. Wat vaak gedaan of gevoeld wordt dat wordt door de hersenen opgeslagen. Hersenen vinden normaal wat veel en vaak gedaan wordt; hersenen weten dus niet wat goed of fout is. Na een CVA kan dit dus betekenen dat verkeerde, scheve houdingen worden opgeslagen en dat deze houdingen op den duur ervaren worden als normaal. "Recht zitten" is dus het gemiddelde van hoe iemand de hele dag zit; voor iemand die veel scheef zit is "recht zitten" dus moeilijk te bepalen.

Onze gezonde hersenen stellen ons in staat om nieuwe dingen te leren. Na een CVA moeten we weer opnieuw leren, bijv. leren bewegen, denken, praten, voelen, en zelfstandig te worden. Hier ligt dus een groot probleem: de hersenen zijn door het CVA beschadigd en daardoor functioneren de hersenen anders. Dus: leren zal moeilijk zijn met anders functionerende hersenen.

Onze gezonde hersenen zorgen ervoor dat binnenkomende prikkels gefilterd worden, zodat we niet overbelast worden door alle prikkels die op ons afkomen. Na een CVA is het vaak zo dat hersenen niet meer goed kunnen filteren. Doordat prikkels (van binnenuit en van buitenaf) minder geremd worden ontstaan er symptomen als verhoogde spierspanning (spasticiteit), maar ook onrust, gehaastheid, snelle afleidbaarheid, verhoogde prikkelbaarheid. In een drukke omgeving kan iemand met een CVA dus meer problemen ervaren.

Onze gezonde hersenen zorgen ervoor dat we vele dagelijks terugkerende activiteiten op een automatische manier kunnen doen. Hoe meer we automatisch kunnen doen, hoe makkelijker en soepeler we functioneren. En ook: als er veel automatisch gaat dan kunnen we meer zaken tegelijk doen. Na een CVA is men vaak de automatismen kwijt en lijkt het bewegen alleen maar mogelijk te zijn met nadenken. Het tempo functioneren wordt veel lager en er is eerder sprake van moeheid omdat bij gewone dagelijkse dingen zoals opstaan nagedacht moet worden. In een bekende en rustige, uitnodigende omgeving kunnen soms automatismen beter opgeroepen worden. Het helpt soms om bijvoorbeeld bij het lopen een doel voor ogen te hebben of om sterk op het ritme te letten door te tellen.

Onze gezonde hersenen zijn geen bibliotheek waar iedere beweging apart opgeslagen is, onze hersenen slaan alleen globale programma's op van activiteiten. We kunnen, om een voorbeeld te noemen, uit alle stoelen opstaan omdat ergens een globale manier van opstaan bekend is. Daarom kunnen we uit een nieuwe stoel direkt opstaan. Na een CVA blijkt die persoon soms problemen te hebben om dit programma weer op te roepen. Er is geen beeld meer, er is geen voorstelling meer hoe bewogen moet worden. Omdat de revalidant het plan van bewegen kwijt is, is het bewegen zelf niet goed. Het kan soms helpen om van tevoren de "film" van die beweging voor ogen te hebben en dan pas met bewegen te beginnen.

Onze gezonde hersenen willen vooral opslaan wat duidelijk en normaal aanvoelt. Het ligt in de aard van onze hersenen om zwakkere signalen uit het lichaam te verwaarlozen, te vergeten. Na een CVA is het dus logisch dat er de neiging bestaat om de aangedane kant te sparen: een hondje voelt iets raars aan zijn pootje en trekt zijn pootje op. Als iemand een vinger heeft bezeerd, wordt die vinger automatisch uitgeschakeld. De vinger wordt niet gebruikt als iets opgepakt moet worden. Als therapeuten vinden dat de aangedane kant meer gebruikt moet worden vragen ze eigenlijk iets tegennatuurlijks. Het vraagt dus vaak veel overredingskracht om de aangedane kant toch te gaan gebruiken.


Welke therapieën kunnen gegeven worden?

Er bestaan nog geen therapieën waarbij we rechtstreeks de beschadigde hersenen zelf kunnen beïnvloeden Wel bestaan er enkele medicijnen die op een of andere manier invloed kunnen hebben op de hersenen, op de dikte of stolbaarheid van het bloed, op depressie of op de spasticiteit. In feite kunnen de therapieën zich uitsluitend richten op de buitenkant. "Hersen-gymnastiek" bestaat uit het geven van prikkels (op het gebied van bewegen, denken en communiceren) en aan de reactie kunnen we zien of deze prikkels verbetering geven. De therapieën kunnen zich richten op de stoornissen maar ook op de vaardigheden. De therapeut kam bijvoorbeeld de spierspanning verlagen (stoornistherapie). Ook kan de therapeut bezig zijn met het vergroten van de loopafstand (vaardigheidstraining). Training van vaardigheden kan op den duur nog verbetering opleveren, omdat het voor iemand met een CVA vaak tijd kost om met de plotseling opgetreden veranderingen om te leren gaan. De revalidant moet als het ware de nieuwe "gebruiksaanwijzing" vinden, therapeuten en verpleegkundigen kunnen hierbij helpen.


Waarom is revalidatie nodig na een CVA?

De stoornissen na een CVA kunnen leiden tot aanzienlijke beperkingen en tot veel problemen in het totale functioneren. Deskundige adviezen en persoonlijke begeleiding zijn vaak noodzakelijk. Deskundige begeleiding tijdens de revalidatie houdt in dat therapeuten en verpleegkundigen samen met de revalidant en zijn omgeving gaan zoeken naar de kortste, snelste en beste weg om er uit te halen wat er in zit en om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken. Onderzoek heeft aangetoond dat vroege en intensieve revalidatie tot de beste resultaten leidt. Ook is bewezen dat het effect van de therapieën het grootst is als er tussen de revalidatiedisciplines veel overleg is en als er volgens dezelfde ideeën gewerkt wordt. Een groot voordeel van het NDT-concept is dat dit concept door alle revalidatiedisciplines als uitgangspunt van hun therapie genomen kan worden bij de behandeling en hervinden van verloren gegane vaardigheden.


Het NDT-principe bij mensen met een CVA.

Hoe was het vroeger? Voor 1940 bestond de therapie vrijwel uitsluitend uit een aantal orthopedische maatregelen: beenbeugels, mitella en een wandelstok. Men ging er toen van uit dat de directe gevolgen van een CVA toch niet te beïnvloeden waren.


Waarom waren de ideeen van de Bobath's zo vernieuwend?

Omstreeks 1940 kwamen de Bobath's er achter dat de hoge spierspanning (spasticiteit) die vaak het gevolg is van het CVA te beïnvloeden was door gebruik te maken van technieken van inhibitie (= verlaging van te hoge spierspanning). Soms is de spierspanning te laag; dan zijn stimulatietechnieken nuttig. Na deze voorbereiding van inhibitie of stimulatie kan de therapeut aan de gang gaan om door middel van facilitatietechnieken (= vergemakkelijken) het bewegen makkelijker te maken: de revalidant zal zo leren aanvoelen hoe hij makkelijker en gevarieerder kan gaan bewegen. Door dit makkelijker bewegen zullen ook vaardigheden makkelijker aangeleerd kunnen worden.


Waarom hebben de Bobath's hun therapie NDT genoemd?

Zij noemden hun therapie NDT omdat ze de ideeën voor hun theorie ontleenden aan de analyse van de normale motorische ontwikkeling van de baby en het kind.

  • N. = neuro = zenuwstelsel
  • D. = development = ontwikkeling
  • T. = treatment = behandeling


Zij noemden hun therapie een concept omdat ze de uitgangspunten belangrijker vonden dan afspraken over uniforme oefeningen. Bobath-therapeuten krijgen de ruimte om, vanuit de uitgangspunten, de therapie zo vorm te geven dat het geheel aansluit bij de persoon met een CVA.


Welke zijn de uitgangspunten van het NDT-concept?

  • Beschadiging van het zenuwstelsel leidt tot bewegen binnen de spastische patronen en tot bewegen waarbij de aangedane zijde ontzien en gespaard wordt. De Bobath-therapeut moet alternatieven qua bewegen aanbieden: minder spastisch bewegen, meer gevarieerd bewegen, meer inschakelen van de aangedane zijde.
  • De mens met een CVA moet steeds in-zijn-geheel behandeld worden. De therapie moet zeer persoonsgebonden zijn en dicht bij de dagelijkse activiteiten liggen.


Moet de therapeut bij een verlamming spierversterkende oefeningen geven?

Bij een verlamming na een letsel van een zenuw in de arm of het been kan spierversterking nuttig zijn.

Na een herseninfarkt is er ook wel sprake van verlamming maar dit is een ander soort verlamming dan hiervoor genoemd. Bij deze verlammingen is de krachtsvermindering in de spier meestal niet het grootste probleem. We zien hierbij dat de spieren te hoge of te lage spanning hebben en dat de coördinatie (de juiste en vloeiende sturing van de beweging) gestoord is.

De verhoogde spierspanning (spasticiteit) die ontstaat bij een hersenbeschadiging komt voort uit ontremming van de zenuwen die naar de spier gaan, daarom zijn houdingen en bewegingen ter ontspanning nuttig.

Na een CVA is vooral coördinatietraining noodzakelijk: hierbij valt te denken aan oefeningen voor de balans, maar ook aan oefeningen om weer te leren in bed lekker te liggen en om weer te kunnen traplopen.

Soms moet iemand na een CVA ook weer leren lom een goed plan te maken voordat hij begint met handelen. Als het plan niet goed is dan is het bewegen niet handig en niet veilig.


Is er een manier van goed bewegen?

In zijn algemeenheid kunnen we wel zeggen dat goed bewegen na een CVA aan een aantal eisen moet voldoen. Het is in ieder geval belangrijk om ervoor te zorgen dat de aangedane zijde zoveel mogelijk goede prikkels krijgt; zorgdragen voor de aangedane zijde is een startpunt voor de therapie. Goede houdingen, goede bewegingen en een rustige sfeer hebben een gunstige invloed op de spasticiteit. Als er, bij wijze van spreken, 24 uur per dag gelet wordt op goede houdingen en bewegingen dan zal dit waarschijnlijk het meest effectief zijn.


Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen rond het NDT-concept?

In Nederland hebben er de laatste jaren verschillende ontwikkelingen plaatsgevonden. Sinds 1980 worden er NDT-cursussen gegeven voor therapeuten en verpleegkundigen. De laatste tien jaar zijn verpleegkundigen steeds meer betrokken bij het NDT-concept en zij bevorderen daarmee de toepassing van het NDT-concept in de dagelijkse activiteiten

Bron:

  • naar een artikel van Jos Kurvers, fysiotherapeut Stiching Revalidatie Limburg, SRL ( Adalante zorggroep)

Zie ook:


Link

  • Klinimetrie bij centraal neurologische aandoeningen, ppt[1]

Webshop Kinderfysiotherapie

[2]


Fysieke klachten?

Fysiothrapeut.JPG Raadpleeg uw fysiotherapeut, specialist in beweging [3]

Kine.be.JPG Voor België [4]