Bindweefselmassage

Uit Wikifysio
Ga naar: navigatie, zoeken

BindweefselmassageIn het kader van de meridiaantherapie vindt u hier informatie omtrent de bindweefselmassage.

Patiënteninformatie

Inleiding

Bindweefselmassage is een massagetechniek, welke door zowel fysiotherapeuten in de reguliere praktijk als door meridiaantherapeuten (als onderdeel van een behandeling) gegeven kan worden.

De bindweefselmassage is klinisch onderzocht en ontwikkeld door mevrouw E.Dicke. Zij was heilgymnaste. Zij werkte samen met mevrouw T. Leube en Prof. Kohlrausch.

Persoonlijke ervaringen van mevrouw Dicke waren de aanleiding voor het ontstaan van de bindweefselmassage. In 1929 leed zij aan een bloedcirculatieprobleem in het rechter been, welke zo ernstig was dat van medische zijde amputatie werd overwogen. Zij probeerde de bijverschijnselen in haar rug en heiligbeenstreek, daar waar verhoogde spanning in de huid en onderhuidsbindweefsel was, door trekkende strijkingen bij zichzelf te verzachten. Daarbij bemerkte zij, naast een plaatselijk snijdend gevoel, dat er in haar rechter been een warmtegevoel ontstond. Zij breidde haar strijkingen uit naar de heup en de buitenkant van haar bovenbeen. Na ongeveer 3 maanden namen de ziekteverschijnselen af. Aangezet door haar ervaringen paste zij de strijkingen ook toe bij haar patiënten.

Steeds weer zag zij typische spanningsveranderingen in het onderhuidsbindweefsel, die in verband leken te staan met aandoeningen en functiestoornissen van inwendige organen. Deze waren positief te beïnvloeden. In 1938 ontmoette mevrouw Dicke Prof. Kohlrausch (medisch directeur van de opleiding voor heilgymnastiek in Freiburg) en assistente mevrouw T. Leube.Zij waren tot vergelijkbare conclusies gekomen als mevrouw Dicke. Mevrouw Leube vergrootte haar wetenschappelijke kennis door haar studie geneeskunde en promoveerde in 1946 op haar specifieke ervaring met bindweefselmassage bij de aandoening ‘het open been’.

Bindweefselspanning

Veranderingen in bindweefselspanning kunnen worden vastgesteld door te kijken en te tasten. Kijken:als het bindweefsel een verhoogde spanning heeft, dan is dit op de rug te zien aan bepaalde ‘ingetrokken’ gebieden. Dit noemen we bindweefselzones. Deze zones staan in relatie met organen. Tasten: het tasten van veranderingen in de spanning van het bindweefsel is de basis van iedere behandeling met bindweefsel-massage en meridiaan-therapie. Door de huid te plooien wordt informatie verkregen over de bindweefsel-spanning in een bepaalde zone. Dit kan gerelateerd worden aan een bepaald klachtenpatroon of ziektebeeld. Het kijken en het tasten zijn voor zowel de bindweefselmassage als voor de meridiaantherapie van diagnostisch belang.

Veranderingen van bindweefselspanning zijn aanwijzingen voor de therapie.Wordt alleen op de oppervlakkige huidlaag een bindweefsel massagestreek uitgevoerd, dan spreekt men van ‘oppervlakkige huidtechniek’. Bij de 'diepe techniek' of ook wel ‘fascietechniek’ geeft de therapeut een prikkel in het onderhuidsbindweefsel, waarbij de patiënt een scherp, snijdend gevoel ervaart. Er ontstaat lokaal vrijwel direct een rode verkleuring van de huid als gevolg van een histaminereactie, die na verloop van tijd vanzelf verdwijnt. Belangrijk echter is de samenhang tussen de huid, het zenuwstelsel en de inwendige organen. Hieraan ontleent de bindweefselmassage zijn werking.

In de meridiaantherapie worden beide bindweefseltechnieken in zowel diagnostisch als therapeutisch opzicht toegepast. Rekening wordt dan gehouden met de stromingsrichting van de meridianen. Strijkingen met de meridiaan mee stimuleren de energiestroom en strijkingen tegen de stromingsrichting van de meridiaan in remmen de energiestroom. Het effect laat zich onmiddellijk vertalen in een spanningsverandering van het bindweefsel op de rug.De bindweefselmassage is slechts één van de pijlers van de meridiaantherapie. Deze omvat echter nog veel meer nl.: de kleurenleer (volgens Goethe), de acupunctuur en de antroposofie. De bindweefselmassage is vooral van belang voor de diagnostiek. Uit de acupunctuur zijn de meridianen en de wetmatigheden afkomstig. De antroposofie reikt belangrijke filosofische, diagnostische en therapeutische achtergronden aan en maakt het mogelijk ‘oud weten’ naar het hier en nu te vertalen

De behandeling

Na een kort gesprek vooraf, waarbij de klacht(en) word(t)en doorgenomen ( de anamnese ) volgt het bindweefselonderzoek, dat bepaalt of een bindweefselmassage als behandelmethode moet worden gekozen. Het onderzoek bestaat uit:

  • De huidinspectie:

Het intekenen op een hiervoor ontworpen papier van de op de rug zichtbaar aanwezige bindweefselzones. Dit zijn gebieden die visueel zijn te herkennen aan intrekkingen in het huidweefsel.

  • De palpatie:

Het voelen naar huid- of bindweefselzones dmv. de plooi- en verschuifmethode en een huidonderzoek. Hierbij is meestal een vermindering van de beweeglijkheid van de huid merkbaar, wat wordt veroorzaakt door verklevingen van het onderhuidsbindweefsel.

  • De behandeling:

Deze bestaat uit het losmaken van het onderhuidsbindweefsel van de huidzones die in het onderzoek gevonden zijn. De behandeling gaat van oppervlakkig naar diep en hierbij worden verschillende huidtechnieken gebruikt.

De ene techniek kan mild aanvoelen, maar andere technieken kunnen een licht scherp of een snijdend gevoel geven. Na een behandeling kan er soms nog een na-reactie plaatsvinden. Hierbij kan op de huid van de behandelde een algemene roodheid ontstaan, waarbij op sommige plaatsen blauwe plekken kunnen verschijnen, maar deze moeten zeker binnen vierentwintig uur verdwenen zijn. Het lichaam zal zeker moeten wennen aan een bindweefselmassage en naar mate de klacht ernstiger is, zal de reactie op de massagebehandeling sterker zijn. Een behandeling met bindweefselmassage is niet een eenmalige behandeling, maar er wordt in overleg een behandelschema opgesteld.

De behandelfrequentie, zoals verder omschreven, is een van de meest gangbare: in de eerste week vier behandelingen van ongeveer veertig minuten, daarna drie keer per week ongeveer vijfentwintig minuten. Later wordt dit afgebouwd van twee naar een keer per week, ook ongeveer vijfentwintig minuten. Tenslotte zal er aan het einde van het behandelschema nog een evaluatie van de behandelingen plaatsvinden.

Bindweefselzones

Rugzijde

  • 1 Blaaszone--- S4, 5
  • 2 Kleine genitaalzone--- L2
  • 3 Grote genitaalzone--- Th12, L1,2, S2
  • 4a Darmzone (Colon) /Obstipatie--- L2,(3),4
  • 4b Darmzone (Ileum) : Diarree--- Th12
  • 5 Arteriele beenzone---L2,3,4, S2,3
  • 6 Vene-lymphezone--- L2
  • 7 Duodenumzone (R)--- Th 8,9
  • 8 Pancreaszone (L)--- Th 8,9
  • 9 Nierzone--- Th2,3 Th9-11

BWM1.JPG Bindweefselzones rugzijde 1

Vervolg rugzijde

  • 11 Leverzone (R)--- C5, (Th2), Th9
  • 12 Maagzone (L)--- C5, (Th2), Th8,9
  • 13 Hartzone (L)--- C4, Th2-5
  • 14 Armzone--- C5, Th2-4
  • 15 Hoofdzone ---C3, Th2-6, Th8, S2,3
  • 16 Longzone ---C3 t/m Th12 c.q. S4

(niet getekend)

  • 10 Galblaaszone (R) Th8,9

BWM2.JPG Bindweefselzones rugzijde 2

Borstzijde

  • 4a;Rechts: blinde darm, colon ascendens, colon transversus (prox)
  • 4b Links : colon transversus (dist), colon descendens, sigmoid, rectum
  • 9 Ureterzone--- Th12
  • 16 Longzone--- C4, (Th2)
  • 17 Hoofdzones: onder clavicula, op de flank; symmetrisch--- C4, Th2, Th7,8

BWM3.JPG Bindweefselzones borstzijde

Zie ook: